Ratings1
Average rating5
Reviews with the most likes.
Dit boek wordt ook wel een van de twee vaderromans van Maarten ‘t Hart genoemd. Of Maarten dit zelf ook zo ziet of dat dit een titel is van zijn uitgever is, mij althans, niet duidelijk.
Het is wel duidelijk dat de vader-zoon relatie centraal staat in dit boek. Dit wordt gesymboliseerd door de vlieger die ze samen maken van verpakkingsmateriaal.
Maarten ‘t Hart keert terug naar zijn jeugd, en naar het Maassluis van zijn jeugd.
Zijn vader was grafmaker (geen doodgraver, want hij groef niemand dood) op de algemene begraafplaats.
De laatste zin van de epiloog vat alles samen: “je vader...dat was me d'r een.”
Pau ‘t Hart zat vol met anekdotes, verhalen die steeds verder opgesmukt werden. Hij zei alles wat er in hem op kwam en werd als hork gezien. Ik heb hard moeten lachen om de verhalen van Pau.
De roman ontvouwt zich rond twee verhaallijnen. De afsnijding, of uitstoting, van een gemeentelid omdat deze er een andere mening op nahoudt over de vergeving der zonden. Dit is de achterbuurman en vriend van de familie ‘t Hart en werkt bij Pau op de begraafplaats. De Bijbelteksten vliegen je om de oren in een poging hem tot inkeer te brengen. Tussen neus en lippen door wordt er een eeuwenoud theologisch dispuut uit de doeken gedaan. Ook komt er een hele santenkraam aan kerkelijke formulieren voorbij. Ontroerend is het hoe Pau hem als enige blijft steunen als vriend.
De tweede verhaallijn is het ruimen van de Rooms Katholieke begraafplaats. Pau is gevraagd om dit te doen, maar hij heeft er geen oren naar. Dit biedt een mooie kapstok om de aloude polemiek tussen protestanten (gereformeerden) en Katholieken, consequent papen genoemd door Pau, uit de doeken te doen.
Verder is er nogal een opschudding in de kerk over de middenscheiding van een kandidaat die men wil beroepen als nieuwe predikant.
Het Gereformeerde Maassluis van de jaren 50 en 60 komt naar voren als kleinzielig, onbarmhartig en bekrompen. Maar ook bizar en uitermate grappig.
Ik heb erg genoten van dit boek. Een zeer vermakelijk inkijkje in het Gereformeerde leven van 60 jaar geleden.
En een ontroerende vader-zoon relatie.