Famous last words: Ge moet dat kopen, ge gaat dat goed vinden! (Onderverstaan: “gij met uw skeptisch gedoe altijd en bekijk het ook eens vanuit een andere positie” en tralala).
In theorie, op de korte korte inhoud afgaand (ik vermijd lange inhouden en reviews vóór ik boeken lees), zag het er niet oninteressant uit: wat als er aliens zouden landen op Aarde en die aliens zouden zeggen dat ze bewijzen hebben dat God bestaat?
Euh neen, dus.
Filosofie van den Aldi, wetenschap van mijn voeten, een plot zo lek als een vergiet: ik heb meer dan eens gedacht ik misschien mijn regel van “ik lees een boek ook uit als ik er aan begonnen ben” zou moeten laten varen.
Een zeer slecht boek, vond ik.
Op een paragraaf samen te vatten, ook: aliens bezoeken Aarde, atheïstische archeoloog met kanker krijgt een Reader's Digest-versie van de meest afgezaagde Behe meets Answers In Genesis-achtige nonsens, compleet met “quantum” evolutie en missing missing links en irreduceerbare complexiteit van het flagellum (zie ook). Atheïstische professor doet onwetenschappelijke veronderstelling na onwetenschappelijke veronderstelling, aliens slikken dat als koek, Betelgeuse gaat plots supernova maar “de hand van God” zorgt ervoor dat de Aarde niet vergaat. Professor verliest zijn ongeloof (of zo), en gaat met een raket mee naar “God”. Daar toegekomen, deus ex machina (heh) de chromosomen van mensen en de twee alien-rassen worden in een pot gemengd en “bevrucht” door “God”, waarna een nieuwe “God” geboren wordt en de professor sterft.
Nonsens, en ik heb meer dan een een aantal keer luidop gevloekt: het leest al een scholier die wat brochures van Intelligent Design probeert samen te vatten, en die ooit eens heeft gehoord van het antropisch principe. Slecht geschreven, slecht verhaal, slechte personages. Slecht, slecht, ongeloofwaardig en slecht.
Laten liggen. Zeer hard laten liggen.
Miami Beach, 1963.
Zestien maand geleden: na afloop van het vorige boek, moest Richard Stark weg raken van het New York Syndicate. Plastische chirurgie, een nieuwe gezicht, en dan zoeken naar inkomsten.
Via via geraakt hij aan een job: een overval van een geldtransport. Samen met Skim Lasker, waar hij nog al mee gewerkt had, ene Handy McKay, en op aanwijzen van Alma, in wiens Shore Points Diner de geldtransporteurs koffie komen drinken . Parker heeft er geen goesting in, eigenlijk, want hij vindt het hele plan te riskant, maar omdat zowel hij als Skim dringend geld nodig hebben, doet hij (na een paar wijzigingen in het plan) toch mee.
Parker verdenkt Alma redelijk onmiddellijk van vuil spel, doet alsof zijn neus bloedt, de overval verloopt volledig naar (nieuw) plan, Alma vlucht met Skim en het geld, vermoordt Skim, wordt ingehaald door Parker en Handy, en komt schielijk te gaan. Parker en Handy verdelen de buit, en dat is dat.
Behalve dat Skim niét sterft. En dat hij weet wie Parker is, en dat hij hem teruggevonden heeft en verlinkt bij New York. Vandaar dat Parker in Miami in 1963 bijna vermoord werd:
En dat allemaal terwijl hij nochtans had gezegd tegen de mannen in New York dat het geen goed idee zou zijn om hem achterna te zitten. Dat het ze geld zou gaan kosten.
Cue Parker die de zaken eens en voor altijd af wil handelen: meteen naar de grote baas, Bronson. Maar eerst gaat hij ze wat doen bloeden: overval na overval. Op allerlei verschillende plaatsen waar The Outfit geld mee verdient: een goktent, geld van een heroïnesmokkelring, een plaats waar geld bewaard wordt voor paardenrennendingen, ...
Fantastisch wijs, hoe het verhaal plots van klassieke comic naar verschillende vormen van jaren-1960 cartoon gaat en naar gewoon bijna illustratieloos boek (en ik vraag me af of dat de originele tekst van Stark was, en als dat zo is, dan zou ik wel eens op zoek willen gaan naar die boeken) en terug.
In welke stijl ook: altijd bijzonder degelijk en helemaal in de tijdsgeest getekend. Old school eenvoudige rechttoe-rechtaan-film noir, en ‘t is niet voor de psychologische diepgang dat we het doen, maar wel om de atmosfeer.
Fijn boek.
Jersey City, 1964.
Een zekere Edgars laat Parker contacteren: hij heeft een compleet krankzinnig plan. Hij stelt voor om een team samen te stellen en een volledig mijnstadje leeg te rover: banken, politiekantoor, alles.
Wat zou daar mis mee kunnen gaan?
Een eenvoudig verhaal, snel uitgelezen, maar het blijft uitstekend.
Er zijn geen wolven op Fenris.
De reviews op Amazon zijn meer dan anders verdeeld: 33% vijf sterren, 24% vier, 12% drie, 14% twee, 16% één ster. Een goed teken, denk ik: door de band lijken de Warhammer-boeken voor tieners geschreven – weinigdimensionale karakters (behalve als er een chaos-dimensie aan zit, ah hah hah); rechttoe-rechtaan-verhalen, min of meer hetzelfde stramien, fascisten tegen fascisten. Verdeelde reviews is verwarring, en dus goed, denk ik. En Abnett heeft nog geen faramineus slechte boeken geschreven dat ik weet.
En dan zie ik de cover van het boek, en zucht ik. Jongens toch.
En dan lees ik de blurb, en zucht ik nog veel dieper:
The Emperor is enraged. Primarch Magnus the Red, of the Thousand Sons Legion, has made a catastrophic mistake that endangers the safety of Terra. With no other choice, the Emperor charges Leman Russ, Primarch of the Space Wolves, with the apprehension of his brother from the Thousand Sons home world of Prospero. This planet of sorcerers will not be easy to overcome, but Russ and his Space Wolves are not easily deterred. With wrath in his heart, Russ is determined to bring Magnus to justice and cause the fall of Prospero.
mooi
wight-loaned sword
The Hradcana took him and cut his thread: four or five enemy swords stabbing into him repeatedly, rehearsing the lesson in sword-work that Lern had delivered.
They littered the shingle. Most times, they were no longer in one piece once he'd done with them. Some lay as if they were sleeping. Others were crumpled in limp, slack poses that the living could not mimic. Some were split and steaming in the sleet.
Some were just portions and pieces scattered by the relentless axe. Blood ran between the ice-black beach stones, coiling, trickling, deep and glossy, thick red, meat red, or cooling into slicks of rusty brown and faded purple.
The daemon's axe was a massive thing, a two-hander with a long, balanced handle. Both grip and blade were engraved with complex, weaving patterns and etched chequers. It sang to itself.
Fith could hear it. The axe hummed and purred, as though the death-edge was privately chortling with delight at the rising tally of threads. A drizzle of blood droplets was flying off it, as if the blade was licking its lips clean.
Hola!
Nog een boek waarvan ik er min of meer van uitging dat het wel niet vet zou zijn, afgaand op de cover (een ge-demoniseerde Word Bearer, niet mijn favoriet legioen, die een Custodes op wil vreten).
Maar kijk nu: het is een uitstekend boek. De Word Bearers worden van onnadenkende fanatici plots tragische figuren met diepgang. Lorgar is niet meer de religieuze zot die in mijn hoofd zat, maar zowat de meest menselijke van alle Primarchen.
Het verhaal gaat van 50 jaar vóór Isstvan V tot er net na. Van het moment dat de keizer out of the blue, zonder waarschuwing of welk overleg ook, beslist dat wat de Word Bearers al decennia lang doen (werelden zo vreedzaam mogelijk en zo grondig mogelijk tot de Keizer brengen), verkeerd is. Een delegatie Ultramarines vernietigt een vreedzame wereld compleet, omdat ze volgens de keizer hem teveel vereren en dat dat teveel godsdienst is.
Lorgar en zijn legioen worden vernederd, en hun hele raison d'être wordt afgenomen. Lorgar is verloren, zijn space marines ook.
Het zijn Kor Phaeron (pleegvader van Lorgar vóór hij ontdekte dat hij primarch was) en Erebus (bah, Erebus) die de slechte slechteriken zijn. Zij maken van Lorgar's goedheid gebruik, en van de genetisch ingebakken volgzaamheid van de Word Bearers, waar ze uiteindelijk voor een groot deel zelf niets aan kunnen doen, want het is er door de keizer ingebakken.
En de keizer is écht een smeerlap. Echt waar.
Zeer zeer goed boek.
Ik zag er een beetje tegen op, omdat in mijn hoofd het beste er ondertussen wel af was, van de Horus Heresy-reeks: na twaalf boeken van telkens door de vierhonderd bladzijden, met telkens ongeveer dezelfde thema's (fascistoïde wereldbeeld van zowel “goed” als “kwaad”, onvermijdelijke slechte afloop) was het een beetje gnnn.
Maar kijk: Nemesis heeft mij aangenaam verbaasd. Net zoals Mechanicum gaat het over niet-Astartes – deze keer het Officio Assassinorum. Die ook allemaal interne strubbelingen hebben, en waar ongetwijfeld ook allemaal reeksen boeken uit zouden kunnen gepuurd worden. En waar het nog maar eens heel erg duidelijk wordt hoe enorm uitzonderlijk de Astartes zijn: als de beste van de beste ervan dromen om ooit eens één Space Marine te vermoorden, dan weten we het wel.
Het verhaal is geen enorme hoogvlieger, maar hey, ‘t is wel leutig: een team van zes moordenaars wordt samengesteld (een sniper, een gifmengster, een data-mens, een berserker, een Bene Tleilax-achtige, en een anti-psyker) om Horus te vermoorden, en in parallel is er een onderzoek naar een seriemoordenaar.
En dan komen beide verhaallijnen samen, met een vleugje Lectitio Divinitatus, en krijgen we weer een schijfje van Emperor wordt God-Emperor, rebellie wordt Heresy, met voorafschaduwingen van een inquisitie.
Toch aangeraden, ja.
Nee, niet echt. Karen Armstrong, waar ik een tijd geleden A History of God en The Great Transformation redelijk graag van gelezen heb, pleegt een boekje over mythologie.
Een kort stukje over “wat is een mythe” (copy paste van Mircea Eliade, had ik het gevoel), en dan in gestrekte draf de hele wereldgeschiedenis erdoor: mythologie van jagers (20.000 - 8.000 voor Christus, featuring Dreamtime en alles heeft een mythologische dimensie), mythologie van landbouwers (8000 - 4000 voor Christus, featuring dood en regeneratie), eerste beschavingen (4000 - 800 voor Christus, featuring cosmogonie en godenpantheons), de Axial Age waar het uitgebreid over ging in The Great Transformation (800 - 200 voor Christus, featuring Boedda, Socrates, Confucius, Jeremiah en het internaliseren van de grote mythes), en dan in één grote hap de “post-axiale periode” (200 voor Christus - 1500 na Christus, gewoon een verderzetting van de inzichten van de vorige periode), om dan uiteindelijk in The Great Western Transformation (1500 - 2000) te geraken, de “dood van mythologie” volgens Armstrong.
Wat Mircea Eliade, wat Joseph Campbell, en een onverontschuldigbaar lang stuk over hoe “kunst” nu de taak van de sjamaan zou moeten overnemen: ik vond dit niet meer dan een wat uitgelopen artikel. En op hier en daar wat tweedehands inzichten, niet eens interessant.
Zelie moest leren over de oorlogen tussen de Grieken en de Perzen, op school, en ik schreef daar iets over en Hendrik reageerde terecht dat het eigenlijk voor een deel propaganda is, de dingen die we moeten leren. Tijl reageerde wat verder met een verwijzing naar dit boek, en meer heb ik niet nodig om het om mijn “te lezen”-lijst te zetten.
Tom Holland is een beetje van een pitou: hij vertelt een coherent en vloeiend verhaal, waar zo op het eerste zicht weinig speld tussen te krijgen is. Het leest meer als een verhaal dan als geschiedenis, maar da's grotendeels omdat hij alle discussie en onzekerheid verbergt in de voetnoten.
Want zo enorm veel onafhankelijke bronnen hebben we natuurlijk niet: Herodotus, die degelijk werk doet maar onvermijdelijk meer het Griekse perspectief vertolkt, Aeschylos, die zelf meevocht in Salamis en in De Perzen een authentiek ooggetuigenverslag kan geven, en dan nog wat levens van Grieken door Plutarchus (eeuwen later) maar dat is het zowat. Gekoppeld aan een bijna totaal gebrek aan bronnen van de Perzische kant (op uitzonderingen na verloren gegaan in de eeuwen na Alexander en Islam), is het een klein mirakel dat er zo'n gedetailleerd relaas uit kon komen.
Ik vond het boek op zijn boeiendst als het over de antecedenten van de strijdende partijen bij Thermopylae en Salamis en Plateae ging: de manier waarop Cyrus een rijk bouwde, en waarop Darius meesterlijk een staatsgreep omzette naar legitimiteit (veel godsdienst, blijkbaar); de politieke smeerlapperijen in Athene, de manier waarop (en waarom) Sparta Sparta werd.
En verder een degelijk boek. Niet uitstekend, maar degelijk. Ik loop wat lastig van het allesomvattend thema van Oost versus West dat er altijd zou geweest zijn, en dat in Nine Eleven zijn zoveelste uiting zou gevonden hebben, maar bon.
Een boek van op mijn werk, en het zag er wel leutig van layout uit, en ik dacht: lezen.
Euh neen dus. Proper van layout, op een “binnen een paar jaar ziet dit er soooo 2010s uit” manier (niet dat daar iets tegen is natuurlijk), maar bijzonder zeer licht van inhoud.
Heel erg veel foto's, en nog eens voor de zoveelste keer een rehash van de basics van Agile en scrum, of toch zoals dat op het werk van de auteurs werkt. Niets in de diepte, en niet erg veel dat ik ervan kon opsteken.
De titel is ook bijzonder misleidend: specifiek over UX en design wordt ergens helemaal achteraan een klein beetje gesproken, en het komt er zo ongeveer op neer van “breid uw sprint 0 wat uit”.
Weinig of niets over voortschrijdende UX-inzichten, over de praktische wisselwerking van design en development: nee, niet mijn ding.
“Warts and all”, dacht ik, toen ik de laatste bladzijde gelezen had.
“Verdomme, ik weet weer waarom ik Rushdie zo graag lees”, dacht ik toen hij helemaal op het einde de relatie met zijn tweede vrouw omschreef, en telkens hij het had over zijn ouders.
En voor de rest heb ik een spannend boek gelezen over zeer weinig gebeurtenissen. Een lange (lánge) litanie van “ik was hier, en dan wou ik daar naartoe, en toen mocht ik niet van mijn bewakers, en dan lukte het toch” (of niet), van “ik was samen met A B en C genomineerd voor prijs X en ik won hem” (of niet), van “en toen zag het er naar uit dat alles in orde kwam” (maar helaas), van “ik ging naar een feest/eten/avond/receptie met mijn vrienden”.
En dood, dood, enorm veel dood. Ziekte, kanker, dood. Iedereen gaat dood, behalve de man die voortdurend voor zijn leven moest vrezen. (“Then for a time it was all illness and doctors and the beating wings of the exterminating angel”, schrijft Rushdie.)
Joseph Anton is de naam waarmee Rushdie ondergedoken zat, meer dan een decennium lang, nadat Khomeini een fatwa uitsprak naar aanleiding van wat sommige moslims begrepen hadden van The Satanic Verses. Twee en een half huwelijk lang van de ene schuilplaats naar de andere vluchten, met na een paar jaar hier en daar wat dagen vrijheid als hij in de VS zit, maar voor de rest een Tory-regering die met de hele kwestie meer dan verveeld zat, en dan een Labour-regering die het ook niet zomaar opgelost kreeg.
Overspelig, arrogant, nijdig, petulant, met een olifantengeheugen voor wie hem ooit iets deed, meer dan overtuigd van zijn eigen gelijk en zijn eigen kwaliteiten: Rushdie doet niet zijn best om sympathiek over te komen, integendeel.
Flitsen van briljantheid, in zijn geheel goed (en dus echt wel verrassen spannend), maar ik kan mij bijzonder goed inbeelden dat het met een bladzijde of honderd minder een nog beter boek was geweest. Met wat meer afstand van de dag-aan-dag-gebeurtenissen (het leest soms bijna als een agenda) ook. En met wat meer zelfreflectie ook: we komen vanalles en niets te weten.
Wel content dat ik het gelezen heb, en ik heb meteen zin om al ‘s mans andere boeken te herlezen.
Kijk, een kort verhaaltje van Salman Rushdie voor zijn zoontje van een paar jaar:
Once upon a time a boy named Milan and his father lived together by the shore of a magic river. If you went up the river toward its source you grew younger the farther you went. If you went downriver you got older. If you went sideways down one of the many tributaries of the river, look out! You could turn into someone else entirely. Milan and his father traveled downriver in a small boat and he grew up into a man but when he saw how old his father had become he didn't want to be a man anymore, he wanted to be a boy again. So they went back home and he grew young again and his father went back to normal too. When Milan told his mother she didn't believe his story, she thought the magic river was just a river and she didn't care where it came from or where it went or what happened to those who moved upon its waters. But it was true. He and his father both knew it was true, and that's what counted. The end.
Um, wel, ja.
Ik heb daarnet nog eens het begin van Knowing Me, Knowing You opgezet:
En jawel, dat bleef overeind. De stukken van dit boek waar ik me kon voorstellen hoe het “in het echt” was, omdat ik de beelden voor ogen had, konden soms nog nét een glimlach van herkenning brengen. De rest: not so much.
Tegen het einde van het boek doet “Alan” alsof hij doet alsof hij stukken Wikipedia overneemt om aan een minimum aantal woorden te geraken voor zijn uitgever, en dat was het moment dat het een beetje pijnlijk werd, en niét op een goede manier.
Voor iemand die de figuur niet kent: niet aangeraden. Voor iemand die de figuur wel kent: in geschreven versie ook niet (of het zou voor dat soort superfans moeten zijn dat een hele kamer vol Alan Partridge heeft hangen). In audioboekversie: misschien wel.
Steve Coogan's lectuur is niet meteen fantastisch, maar het helpt wel dat hij Partridge is, natuurlijk. Audioboek beter dan boek, en met video erbij zou het nog beter zijn, en hey, kom het tegen: de grappigste stukken zijn gewoon hervertellingen van dingen die hij al op tv gedaan heeft.
Het is 9/11/2001. Twee vliegtuigen vliegen in de Twin Towers, een derde vliegtuig boort zich in het hoofdkwartier van het ministerie van defensie, een vierde vliegtuig wordt door de passagiers gecrashed in een veld, op weg naar de residentie van de president.
9/11, maar dan wel 9 november en niet 11 september. En de torens staan niet in New York maar in Baghdad. En de terroristen die de aanslag claimen zijn niet Al Qaeda, maar de World Christian Alliance, een groep Noord-Amerikaanse white supremacists uit de Rocky Mountain Independent Territories, één van de vele staten en staatjes in Noord-Amerika.
In Mirage is het point of divergence met onze geschiedenis ergens rond het einde van de negentiende eeuw. Een resem staten in het Midden-Oosten scheuren af van het Ottomaanse Rijk en vormen de Arabische Liga, een losse federatie van staten. Ze beginnen meteen tegen elkaar te vechten; het Ottomaanse Rijk ziet zijn kans om zijn gebied te heroveren, maar dat valt tegen: de Arabische Liga coalesceert rond de gemeenschappelijke vijand, en onder leiding van een vers onafhankelijk Egypte en het Huis Van Saud, verslaan ze de Ottomanen.
Na die overwinning komen alle partijen samen in Egypte, en daar vindt het “mirakel van Alexandrië” plaats: tegen alle verwachtingen in slagen ze erin om hun interne verschillen opzij te zetten en vormen ze de Verenigde Arabische Staten, “één natie onder God”. Bij de oprichting bestaan de VAS uit Arabië, Bahrein, Egypte, de Verenigde Arabische Emiraten, Irak, Jordanië, Koeweit, Libanon, Oman, Palestina, Qatar, Syrië en Yemen, en het religieuze district Mecca-MEdina. De hoofdstad is oorspronkelijk Caïro, maar na een paar jaar wordt het Riyadh.
Het nieuwe land is ideaal geplaatst om de internationale handel te controleren, met onder meer het Suezkanaal, en als er in 1910 olie ontdekt wordt, is het helemaal in orde.
Ondertussen in Europa: crisis, chaos en oorlog. In 1930 breekt een oorlog uit tussen ruwweg Europa en Azië; de VAS blijven eerst neutraal, maar als de Duitsers en Italianen de moslims van Noord-Afrika bedreigen, en als Japan Maleisië en Indonesië binnenvalt, komt daar een einde aan. In 1941 verklaren de Verenigde Arabische Staten de oorlog aan de asmogendheden. Tegen 1943 hebben ze Libië, Tunesië, Algerije, Marokko en Mauretanië bevrijd, die meteen nieuwe staten worden in de VAS.
In 1943 landen ze op de stranden van Zuid-Frankrijk, terwijl geallieerde Arabische, Perzische, Turkse en Koerdische troepen Rome bevrijden, en terwijl het Russisch Orthodox Leger zijn eigen offensief lanceert tegen het Duitse Oostfront. In Zuid-Oost-Azië bevrijden Arabieren en Indische troepen de Indonesische archipel en de Filippijnen; in augustus 1945 geeft Japan zich over, nadat ze een derde atoombom op Tokyo hebben geïncasseerd. En in december 1946 wordt Adolf Hitler onthoofd in Nürenberg.
In 1948 wordt Israël opgericht, in ruwweg de noordelijke helft van vroeger Duitsland. Jaren 1950: de Koude Kruistocht begint. Jaren 1960: eerste moslim op de maan, Somalië en Soedan vervoegen de VAS. Jaren 1970-90: Christenen, vooral Noord-Amerikaanse Evangelische Christenen, radikaliseren. Israël blijft een eiland van Arabische bondgenoten in een steeds extremer wordend Europa. En dan is er de Mexicaanse Golfoorlog. Waarbij de VAS Noord-Amerika binnenvalt. En uiteindelijk de aanslag op de Torens in Baghdad.
*
So far, so good
point of divergence
Mirage
Iedereen stak heel zijn leven in de cloud, tot de meest intieme details, in de zekerheid dat het wel veilig zou zijn. En dan regende het veertig dagen en veertig nachten geheimen en persoonlijke gegevens, en was de hele wereld zijn onschuld en illusies kwijt.
En nu leven we, tientallen jaren later, in een wereld zonder internet. Waar privacy en persoonsgegevens het hoogste goed zijn, iedereen minstens één andere identiteit heeft, en “paparazzi” (een combinatie van journalist en privé-detective) uitgespuwd worden.
Een fijne premisse, en ik vertrouw Brian K. Vaughan nogal, dus heb ik hem en zijn maten wat geld toegestopt via hun website om het eerste nummer van The Private Eye te kopen.
It's a detective story set in 2076, when everyone in the United States has a secret identity. Our protagonist is a member of the paparazzi, outlaw private investigators who dig up the kind of personal dirt no longer readily available through search engines. It's a mystery with lots of masks, but no superpowers. We know how the story ends, and we think it will take about 10 issues to get there.
Mitteleuropa is een wereld waar Asmogendheden vechten tegen Geallieerden, in een soort steampunk-1917. De Keizer van een Duits-achtig rijk is net vermoord.
Door wie, is niet meteen duidelijk: op het eerste gezicht was de enige die bij hem was, Giselle Grey, één van zijn drie naaste bodyguards.
De Keizer is een soort God, en zijn beschermers zijn de zussen Grey. Al eeuwen aan een stuk zijn er keizers, en al eeuwen aan een stuk worden ze beschermd door drie zussen Grey, de afstammelingen van Gottfaust, een soort volksheld die met behulp van een mysterieuze steen de keizer in zijn tijd had gered, en dan later verraden werd door diezelfde keizer.
Met zijn laatste adem voorspelde Gottfaust dat de dertiende Grey “alles zal veranderen”.
En nu zijn er voor het eerst ooit vier zussen Grey: Eva, Anna, en de tweeling Giselle en Mathilde. Giselle of Mathilde is de dertiende Grey. Maar wie?
Gutgoeiehemel, wat een hoity toity verhaal. De tekeningen zijn prachtig, maar ergens was iemand vergeten een plot te maken dat de tekeningen waard is. Het is allemaal erg verwarrend, en het leest als iemand die een paar manga's te veel gelezen heeft en dacht “ik kan dat ook”.
Maar wel heel mooi, en ik ga toch mijn best doen om verder te lezen.
“Hazed” is to comics what “Heathers” and “Mean Girls” are to film, zegt de achterflap.
Ik kreeg vooral een gevoel van Life and Loves of a She-Devil meets sorority life maar dan in een zééér light-versie. Feminisme-van-den-Aldi.
En het is allemaal zó ver van mijn bed dat ik er geen minuut in kon komen.
Pijnlijk ongrappig, ook.
Biologische bom in de Golf van Mexico, allemaal slachtoffers, VS in een spiraal van geweld en anarchie, multimiljardair met groot medisch-achtig labo zoekt naar oplossing, geniale wetenschapster gerecruteerd, baas van bedrijf blijkt slechterik, haar man sterft, wordt weer levend in een soort Swamp Thing meets Frankenstein-monster.
Het had erin gezeten dat het een eeuw zou aangesleept hebben, maar neen: een nul-nummer en dan vijf issues en 't was gedaan. Mooi afgerond en alles.
Geen grote kunst, maar onderhoudend. De cliché's worden niet geschuwd (het monster en het kleine meisje, rechtstreeks uit Frankenstein 1931!), de tekenstijl is in het begin op het steriele af klinisch, maar het geheel slaagde er toch nog in om me te verrassen.
Niet verkeerd.
Wormwood is een worm. Enfin, een larve. Hij leeft in het rechterooggat van een lijk. Hij is eeuwen (en eeuwen) oud, en hij doet zo'n beetje detective-achtige dingen.
De case hier: allemaal dooie mensen, die eruitzien alsof ze van binnen ontploft zijn.
Hilarisch grappig (deed me meer dan eens denken aan Good Omens), machtig mooi getekend (Giger meets Lovecraft meets Dave McKean), en van ganser harte aangeraden.
Nieuwe reeksen bij Marvel en DC zijn een dijm een dozijn, en ik zie er altijd tegen op om eraan te beginnen: het begint meestal wel okay, maar dan na een paar nummers beginnen ze met cross-overs die u verplichten om andere reeksen te lezen, en dan zijn er daar weer cross-overs, en voor ge ‘t weet liggen er tien verhaallijnen door elkaar te wachten op resolutie.
Afijn. Geen idee waarom ik besloot om Nova toch maar eens op te pakken: het zag er misschien niet echt zo Marvel mainstream uit, of iets in die zin.
Verhaal: origin story #38. Vader is janitor in school, zoon wordt uitgelachen met zijn vader, vader vertelt al heel zijn leven verhalen van toen hij nog één van de Supernovas was, een elite-eenheid van intergalactische soldaten, zoon gelooft hem uiteraard al lang niet meer, er ligt een mysterieuze helm in de garage, vader verdwijnt, en het blijkt allemaal toch echt te zijn! (dum-dum-DUMMMM)
Fijn getekend, daar niet van. En mooi verteld. En men belooft ons dat dit een aanzet is voor iets bijzonder groots:
Nova is just the first step towards a huge event quietly stirring in the Marvel Universe and, over the next few months, it will start leaking into books all across the Marvel line.
Aokigahara, een bos buiten Tokyo op de flank van de Fuji, is een populaire plaats om zelfmoord te plegen. De legende gaat dat de ziel van wie in Aokigahara zijn eigen leven neemt, gevangen blijft in de wortels van de bomen.
Alan is een westerling in Japan; hij geraakt verliefd op Masami, maar het loopt niet goed af en ze gaan uit elkaar. Zij pleegt, ayup, zelfmoord. In, jawel, datzelfde bos. En dan gaan een voor een Alan's vrienden dood.
Ryoko is een parkwachtster in het bos, zoals haar vader vóór haar. Zij ziet geesten. En weet wat ermee aan te vangen.
Een uiteindelijk behoorlijk voorspelbaar verhaal, soms gewoon competent geïllustreerd, soms uitstekend goed, maar dat echt wel veel meer dan honderd bladzijden nodig zou hebben om écht beklijvend te zijn. En het einde is al helemaal te abrupt.
Nabije toekomst, Los Angeles. Alles draait rond voedsel, in een soort natte droom van Anthony Bourdain: chefs zijn almachtig, er worden moorden gepleegd voor een reservatie, en twee clans restauranthouders vechten om de overmacht in de stad. Aan de ene kant Rose's Vertical Farm, met lokaal-voedsel-hipster-veganismen en gelijkaardige, aan de andere kant Bob's Internationalists, megacorporatie, maar dan klassiek culinair en op zeer hoog niveau.
In het midden: Jiro, vers toegekomen, sushi-chef.
Die door beide kanten ingepalmd wil worden, maar daar het zijne over denkt, en ze uiteindelijk tegen mekaar opzet.
Veel voedsel (prachtig mooi getekend ook), veel bloed en geweld, een beetje humor.
Gho ja. Leutig, maar niet meer dan dat. Om echte satire te zijn, heeft het wat meer tanden nodig dan een chef die iemand onthoofd omdat hij zijn sushi met de rijst in de soyasaus-met-wasabi sopt. En ik heb graag wat meer verhaal in mijn comics. En wat meer dimensie in mijn personages.
Jeffrey Lionel Dahmer (May 21, 1960 – November 28, 1994) was an American serial killer and sex offender. Dahmer murdered 17 men and boys between 1978 and 1991, with the majority of the murders occurring between 1987 and 1991. His murders involved rape, dismemberment, necrophilia and cannibalism. On November 28, 1994, he was beaten to death by an inmate at the Columbia Correctional Institution, where he had been incarcerated.
John Backderf zat op school met Dahmer. Deze My Friend Dahmer is de 28-bladzijden-eerste-versie van een verhaal waar hij uiteindelijk een langer boek van gemaakt heeft.
Kort, ruw, een banaal verhaal, en geen pagina waar je niet denkt there but for the grace of God...
Spooky. Ik zoek eens naar de uitgebreide versie.
Magnifiek goed! Een resem kleine verhaaltjes, niet één minder dan uitstekend. De blurb van het eerste verhaaltje geeft al meteen een indicatie:
When Emperor Zombie threatens the safety of all life on earth, President Lincoln enlists the aid of a mechanical head. With the help of associates Mr. Groin (a faithful manservant) and Mr. Dog (a dog), Screw–On Head must brave ancient tombs, a Victorian flying apparatus, and demons from a dimension inside a turnip.
Een paar duizend jaar geleden bestond Doggerland nog: waar nu de Noordzee is, tussen Engeland en Duitsland.
Stone Spring, deel één van een trilogie, begint op een moment dat de meeste ijskappen al gesmolten zijn, en dat Doggerland (hier: Northland) nog geen eiland geworden was of door de zee verzwolgen.
Europa is bevolkt door stapels en stapels verschillende culturen, van stedenbouwers in Jericho in het verre zuiden over handelaars die heel Europa afreizen tot typische stenentijdperkgemeenschappen van jagers en visvangers.
Eén van de gemeenschappen op Noordland is Extelur: vissers, en kleine handelaars in vuursteen. Elk jaar houden ze samen met hun buren, de Pretani, een zomerfestival waar ze goederen uitwisselen en wedstrijden houden.
Dit jaar komen is de leider van de Pretani er niet, en is hij vertegenwoordigd door Gall en Shade, zijn twee zoons. Dit jaar is de leider van Extelur er ook niet, hij wordt vervangen door Zesi, die ook nog een jongere zus heeft, Ana. Gall, de oudste broer, zou trouwen met Zesi, maar uiteindelijk begint zij iets met Shade, de jongere broer.
Intriges, histories: het eindigt ermee dat Shade zijn broer doodt, dat Zesi mee gaat naar Pretani voor een andere traditie, een gemeenschappelijke jacht, en terwijl ze weg is, rolt een serie tsunami's over Noordland.
Dat is “in het echt” ook gebeurd, maar vanaf dan divergeert het: in de afwezigheid van Zesi, samen met een vooruitstrevende priester en geholpen door Novu, een native van Jericho die ervaring heeft met bouwen, besluit Ana het niét op te geven, en een dijk te bouwen rond Extelur.
Ik overdrijf niet als ik zeg dat ik zo ongeveer alles van Baxter gelezen heb: een stuk of acht boeken van de Xeelee Sequence, zijn NASA-trilogie, de Manifold-boeken, de vier Destiny's Children-boeken over verre toekomstige menselijke evolutie, hier en daar wat losse werken (Anti-Ice, Long Earth, Time Ships), en zefs wat non-fictie (Deep Future).
Door de band ben ik er dan ook redelijk tevreden van — ik kan me maar één boek herinneren waar ik het bijna meteen opgegeven heb: Silverhair, het eerste deel van een trilogie over mammoeten.
Baxter is de man van de visie, van het gaat vooruit, van de grote ideeën. En die zijn er hier niet echt. Akkoord dat het nog maar het eerste deel van drie is, en dat er een aantal onwaarschijnlijkheden kunnen in sluipen als het eindresultaat van het verhaal een alternatieve wereld moet worden, maar toch.
Enorm veel karakter wordt er niet ontwikkeld: het blijven allemaal karikaturen (de gedreven leidster, de jaloerse zus, de verlichte priester, de exotische vrouw). Ondanks ongetwijfeld veel research naar oude culturen, zijn er zaken zoals groepen reaver-achtige mensen in de bomen, die compleet ongeloofwaardig overkomen. En dat er op één generatie zou kunnen overgeschakeld worden van een idyllisch bestaan in kleine familiegroepen naar een soort pre-stedelijke gemeenschap met irrigatie en dammen en slavenhandel: ik vind dat een beetje veel gevraagd van mijn verbeelding.
Ik zal deel twee dan ook eens lezen. Maar niet meteen.
Ik had gisteren een boek uitgelezen, herinnerde ik mij, en ik ging daar iets over schrijven, maar toen was ik vergeten wélk boek ik nu precies had gelezen. Dat is doorgaans geen goed teken.
Maar toen keek ik in mijn Kindle en zag ik Mongoliad: Book Three staan, en kijk nu, het hele boek kwam terug. En dat is dan wel weer een goed teken.
De papieren versie was 716 bladzijden, maar ik denk dat ik het hele boek op een dag uitgelezen heb: het vliegt vooruit. Heel erg spannend is het niet, heel erg verrassend ook niet.
Ik vond het heel erg spijtig dat er niet wat minder timide omgesprongen werd met de alternatieve tijdlijn. En het bleef allemaal erg oppervlakkig. Hrm. Niet zeer voldaan, ik.